Voorzitter DVNL, Jos Peeters, over de belangen van de Wereld Bloed Donor Dag.
‘Stel je voor … dat de mensen die jij hebt gered, weten wie je bent.’ Dit is de gedachte achter de dertiende editie van de Wereld Bloed Donor Dag die op 14 juni zal plaatsvinden. Jos Peeters, voorzitter van de Donorvereniging Nederland is er trots op dat de Wereld Gezondheidsorganisatie Nederland heeft uitgeroepen tot gastland.
Door Anne-Fleur van der Heiden.
“Waar ik blij mee ben is dat we een Wereld Bloed Donor Dag krijgen met aandacht in heel Nederland. Op alle afnamecentra zal deze dag worden gevierd. Elk jaar wordt er iets georganiseerd. Vorig jaar liepen er mensen met bodypainting door de koopgoot van Rotterdam. Omdat het nu in Nederland wordt gehouden komt er een uitgebreider programma en voor zover we nu kunnen zien, krijgt het ook de nodige media-aandacht. Dat maakt het sprekender.”
Wat maakt het zo bijzonder dat Nederland dit jaar gastland is voor de viering van Wereld Bloed Donor Dag?
“Wat de viering van Wereld Bloed Donor Dag in Nederland uniek maakt, is de samenwerking tussen Sanquin, de WHO en de DVNL. Samen hebben we een campagne opgezet met als doel een groter bereik te creëren. De campagne is wereldwijd ter beschikking gesteld. Het thema van dit jaar zal zijn: bloed verbindt ons allemaal. Met de slagzin: “deel leven, geef bloed”, hopen we de aandacht van alle betrokkenen te krijgen, mensen aan te moedigen om donor te worden en huidige donors een gezicht te geven. We hebben filmpjes opgenomen voor verschillende werelddelen waarbij de donor en de patiënt elkaar herkennen. Daarnaast hebben we een buitengewoon programma waar ik nog niet alles over wil verklappen.”
Het gaat dus niet alleen om mensen die al donor zijn?
“De Wereld Bloed Donor Dag is niet alleen een wereldwijd bedankje aan de donor, maar is ook ontstaan met het idee om meer donors te werven. De beste werving is via de donor zelf. Ik denk dat de motivatie om donor te worden heel gevarieerd is. Veel mensen beginnen met het geven van bloed omdat een familielid of bekende het nodig heeft of had. Het is heel simpel: als we geen bloed geven dan is het er niet, want het kan niet in een fabriek gemaakt worden. Voor mij was het een profane start in militaire dienst. Als je bloed gaf dan kreeg je een dag verlof, een week lichte dienst en je kreeg ook nog twee dagen een biefstuk bij het eten. De mannen die nu vijfenvijftig- zestig zijn, zijn veelal begonnen tijdens de dienstplicht, haha!”
Wat is de noodzaak voor bloed- en plasmatransfusies?
“Om in Nederland voldoende bloed op voorraad te hebben zijn er ruim 300.000 donors nodig. Het bloed is nodig voor traumaoperaties, hartoperaties, bloedaandoeningen etc. Ook het afstaan van bloedplasma is heel belangrijk voor het ontwikkelen van medicijnen. Sanquin ontwikkelt medicijnen voor patiënten met een weinig voorkomende aandoening of ziekte. Voor de farmaceutische industrie is dat minder interessant; het kost teveel geld, dat geld verdienen ze nooit terug. De farmaceutische industrie moet winst maken en aandeelhouders tevreden stellen. Sanquin ontwikkelde een medicijn voor een zeldzame aandoening.
Daar kwamen ze in Amerika achter. De Amerikaanse patiëntenvereniging ging lobbyen of het niet mogelijk was dat Amerika die medicijnen in Nederland zou bestellen. Nu is het zo dat Nederland een verbod kent op het gebruik van buitenlands bloed en het mag ook niet worden uitgevoerd. We kunnen ook niet de mensen in Nederland plasma laten afgeven en daar vervolgens medicijnen voor Amerika voor maken. Dat is bij wet verboden. Er wordt nu plasma afgenomen in Amerika, dat gaat naar Amsterdam, daar worden de medicijnen gemaakt en die medicijnen gaan weer terug naar Amerika. De productiekosten gaan in Nederland omlaag en de opbrengst wordt weer gestoken in nieuwe onderzoeken. Zulke samenwerkingen zijn interessant.
Zijn er nog meer manieren waarop landen samenwerken?
We zijn als DVNL aangesloten bij een internationale organisatie voor donorverenigingen, de FIODS. We hebben denk ik één van de veiligste en meest professionele bloedafnameorganisaties en -verwerkingen die er in de wereld zijn. De DVNL wil helpen het bloed wereldwijd zo veilig- en bereikbaar mogelijk te maken. Hier in Nederland vindt iedereen het vanzelfsprekend dat er bloed is, maar dat is in veel landen anders. In veel landen in Afrika is bloed bijna niet voorhanden of als er iemand in Roemenië bloed nodig heeft, moet een familielid bereid zijn een halve liter te geven. Is dat familielid er niet, dan moet er een ander persoon gevonden worden met als uiterste oplossing het groepje mensen dat voor het hospitaal staat en tegen betaling wel bloed willen afstaan. Waar bij ons heel veel nadruk op word gelegd is op vrijwillige en onbetaalde donaties, dat is in Nederland ook zelfs wettelijk vastgelegd, maar dat is lang niet overal zo geregeld terwijl dat eigenlijk de basis is voor een veilige bloedtransfusiedienst. Een van de meeste frappante voorbeelden is in Amerika, bij de grens met Mexico. Daar zie je dat er betaald plasma wordt afgenomen. De mensen komen vanuit Mexico om plasma te geven en wat je krijgt is dat de frequentie wordt opgevoerd; ze krijgen er vijfentwintig dollar per keer. Als ze de nodige keren gaan, dan verdient diegene die plasma geeft meer dan iemand die vierentwintig uur aan het werk is. Hier wordt er gezegd: als je griep hebt mag je niet komen. Als ze daar op het formulier lezen dat ze dan geen bloed mogen geven, hebben ze minder inkomsten en worden er dingen verzwegen. Dat is de reden waarom we ook internationaal proberen mee te doen. Uit gespreken op een internationale bijeenkomst bleek dat Portugal geen eigen afname van plasma had en in Spanje er zoveel werd afgenomen dat er ook weer wordt weggegooid. Dan heb je twee landen naast elkaar liggen, die daarop uitgebreid met elkaar gaan praten. Om anderen goed te kunnen ondersteunen is het belangrijk dat er goede contacten zijn en ook daar is de Wereld Bloed Donor Dag voor bedoeld.”