De vrijwilligers van afnamelocatie Venray

De vrijwilligers van afnamelocatie Venray

Door: Anne-Fleur van der Heiden

 

De mobiele afnamelocatie van Venray ligt aan de rand van de stad en staat op het parkeerterrein van sportpark de Wieën. Voordat het zover is om in de stoel plaats te nemen, melden donoren zich eerst in de kantine- oorspronkelijk van de atletiekvereniging – en komen bij de gastheren en –dames terecht die het voor de bezoekers zo aangenaam mogelijk maken.

Tijd voor Donorverening Zuid Oost, de DVZO, om deze vrijwilligers van het Rode Kruis eens in het zonnetje te zetten.

Vandaag zie ik vijf van de tien vrijwilligers maar ik spreek er vier want Tiny houdt de bar draaiende. Johanna Verdonck van 79 jaar is de eerste die ik spreek en is vrijwilliger sinds 2007. Oorspronkelijk is ze een Rotterdamse maar woont via elf verhuizingen al vijfendertig jaar in Venray op hetzelfde adres.  Jolanda werkt altijd in de ochtend want ze is een echt ochtendmens. Om zeven uur is ze er al: koffie zetten, koekjes klaarzetten.  Ook zorgt ze ervoor dat de donoren goed eten en drinken en is daarin ook heel daadkrachtig. ‘Goed drinken voordat je naar binnen gaat is belangrijk. De artsen raden het aan, dus waarom zou je er dan niet aan houden? Ik ben niet iemand die gaat reanimeren, dat trekt me niet. Koffie schenken dat wil ik wel doen.’ Volgend jaar viert ze haar tienjarig jubileum. Voorlopig blijft ze nog vrijwilliger, maar omdat het aantal afnamedagen volgend jaar minder wordt, zou ze er eigenlijk nog wel iets bij willen doen.

Voorheen konden donoren  in Venray drie tot vier keer per week  bloed of plasma geven.

‘Dat loopt volgend jaar zelfs terug tot maar acht dagen per jaar,’ vertelt teamleider Pieter Teeuwen van Sanquin. Niet vanwege de terugloop van het aantal donoren, maar door de vraag naar rode bloedcellen. De donorbelasting moet in heel Nederland hetzelfde zijn. Niet dat een donor in Venray meer doneert dan een donor in Groningen. Het gemiddelde ligt nu op 1,7 bloeddonaties per persoon, per jaar.

Tinie Kreutz is 68. Ze is acht jaar met de vut en ook al bijna tien jaar vrijwilliger. Tinie mag nog donor zijn en hoopt nog zeker één keer opgeroepen te worden, want dat gaat haar zeventigste donatie worden. Vanaf haar achttiende geeft ze al bloed. ‘Ik vind het zelf ook wel een prettig gevoel. Je wordt gecontroleerd en dan weet je voor jezelf ook dat alles in orde is.’  Naast dit werk, heeft ze ook eens per maand een gemeentezitting voor mensen die vragen hebben over de wmo. En ze werkt als vrijwilliger in een logeerhuis voor mensen die ziek zijn waarvan de mantelzorg een paar dagen vrij wil hebben. Tinie komt voor de gezelligheid; onder de mensen zijn, dat heeft ze nodig.

De echtgenoot van Tinie heet Jan Kreutz (70) en is al jubilaris. Hij is al twaalf jaar vrijwilliger. Sinds kort is hij donorvertegenwoordiger van de locatie. Jan was ook donor en werd tijdens het bloedprikken benaderd door vrijwilligster Nellie Vogelszangs. Maar de grote drijfveer was zijn vrouw Tinie die zei: ‘dat kun je best doen.’ Jan vindt het leuk werk. Het contact met de mensen; de één kijkt heel vrolijk, de ander een beetje angstig. ‘En het werk is ook geen zware belasting.’ Jan heeft vijfenzeventig keer bloed gegeven. Toen hij verkering kreeg met Tinie werden er in Venray massaal donoren opgeroepen om naar het Lyceum te komen.  ‘Nog ouderwets met veldbedden die klaar stonden om op plaats te nemen. Ik heb altijd een goed gevoel gehad als ik bloed gaf. Wat Tinie ook zei: je wordt in de gaten gehouden. Aan de andere kant wordt er ook iets met het bloed gedaan. Er worden mensen mee gered. Het is een hele kleine moeite om zoiets te doen, toch? Het stelt weinig voor. Ik vind het jammer dat ik nu geen bloed meer kan geven. Ik voel me nog steeds goed. Als het aan mij had gelegen had ik het al honderd keer gedaan’.

Naast vrijwilliger van Sanquin en het Rode Kruis heeft Jan ook  de fietsvierdaagse in Venray mee opgericht. Hij is eenendertig jaar voorzitter geweest en dit jaar komt de drieëndertigste editie eraan.

Tinie en Jan zijn niet de enige met meerdere baantjes nadat ze met de vut of pensioen zijn gegaan. Piet Vogelszangs is sinds 2008 de coördinator, uiteraard ook vrijwillig. Hij is verantwoordelijk voor de bezetting van de gastheren en gastvrouwen. “Je kunt geen nee zeggen en het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Als je eenmaal besmet bent met het virus dan raak je het niet kwijt. Het doel is gewoon om de mensen te helpen.” En dat doet Piet want naast vrijwilliger bij Sanquin en het Rode Kruis is hij ook burgerhulpverlener. Ondanks dat hij zelf medicijnen heeft voor hart en longen heeft hij vorige week nog iemand gereanimeerd..

Een leuk weetje is dat bijna alle vrijwilligers zijn binnen gehaald door Nellie Vogelszangs. Helaas is Nellie nu ernstig ziek, vertelt Piet. ‘Want die had hier graag bij willen zijn.’ Nellie zat bij het Rode Kruis net zoals de man van Johanna. Bij de opening van de ijsbaan raakte Nellie en Johanna aan de praat. Piet zit al dertig jaar bij het Rode Kruis, maar hij kende Nellie daarvoor ook al. Er moest een coördinator komen, de vorige coördinator was de dochter van Nellie Vogelszangs. Toen hebben ze Piet gestrikt: ‘Nee we zijn geen familie van elkaar, nou ja ver weg dan’. Dankzij de planning van Piet is er altijd een volledige bezetting en staan er in de ochtend en middag altijd twee vrijwilligers. Vier vrijwilligers per dag dus. Hij plant zichzelf natuurlijk ook in.

Teamleider Pieter: ‘we hebben het hier goed voor elkaar.’ En zolang als de vrijwilligers kunnen, gaan ze met het werk door!